Stagedocument betreffende het bedrijf van G. Vermaat op boerderij Buitenlust aan de Achterweg te Poortugaal, waarschijnlijk uit 1947/48 van C. Kustermans, die toen studeerde aan de middelbare landbouwschool in Dordrecht.
Algemeen gedeelte.
1. Indeling van het bedrijf volgens de verschillende percelen
(de cijfers verwijzen naar bijgaande tekening)
Polder Het Land van Poortugaal
1. Stee, erf, groentetuin 2. Grote boomgaard 3. Kleine boomgaard 4. Achterste gewent 5. De heuvel 6. De grote wei 7. De bosch 8. De mette 9. De wilde wei | 0,317 ha weiland 0,847 0,442 1,778 2,509 3,388 1,758 0,95 2,5014 | 10. Viermeet 11. Vijfmeet 12. Nootje 13. Achthond 14. Tienhond + Twaalfhond 15. Metje 16. Oostdorp | 1,75 ha bouwland 2,496 4,088 1,378 3,779 0,52 1,834 |
Polder De Kijvelanden
17. Kleine driemeet | 1,42 ha 1,555 3,054 1,321 |
Polder Albrandswaard
21. Tienhond en zesmeet 22. Vijfhond 23. De viermeet 24. Vijfde halfmet | 5,647 ha 0,852 2,064 2,294 |
Polder Zwaardijk
25. Zwaardijk | 2,028 ha |
Het weiland ligt allemaal in de polder Het land van Poortugaal en heeft een totale oppervlakte van 13 ha.Gedurende de oorlog zijn een paar weien gescheurd, zodat de totale oppervlakte weiland voor de oorlog groter was.De wei die het verst van stee gelegen is, n.l. De wilde wei wordt gewoonlijk gebruikt voor het jongvee, jonge paarden en schapen.De heuvel, dit is een wei die dicht bij stee gelegen is en vanwege zijn juiste grootte elk jaar genoeg gras levert om een silo te vullen, wordt elk jaar ingekuild. De rest wordt gebruikt voor het melkvee en de werkpaarden. Op deze weien wordt het omweidingssysteem toegepast. Eerst worden er de koeien in gedaan en daarna de paarden. Wat het hooien betreft wordt elk jaar een andere wei gebruikt.Het bouwland ligt verspreid in 4 polders rond het dorp Poortugaal. De totale oppervlakte van het bouwland is 35 ha. Er zijn wel enige centra aan te geven, n.l. aan de Hofweg, waar 10 ha. bij elkaar ligt, de Zantel, met 11 ha. bouwland en verder het Kijveland met een oppervlakte bouwland van 7 ha.De algemene indeling is als volgt:
Bouwland Weiland Boomgaard met gras eronder Stee en groentetuin Totaal | 35,20 ha 12,88 1,25 0,40 49,73 ha |
2. Afwatering en drainage.
Wat het weiland betreft geschiedt de afwatering meestal door middel van greppels. Enkele weien worden wel gedraineerd, b.v. de grote wei. De greppels zijn aan weerskanten door een dam van de sloot afgesloten. Door middel van buizen kan het water vanuit de greppels in de sloot komen. De greppels worden elk jaar uitgeploegd met een Koksploeg. Dit geschiedt in het najaar als het ploegen van het bouwland achter de rug is.Het bouwland is allemaal gedraineerd. Bij het draineren van bouwland kunnen verschillende methodes gevolgd worden. Het verdient aanbeveling bij het aanleggen van een drainage steeds zoveel mogelijk de oude wijze van afwatering te volgen.
Een van de te volgen systemen is de buizen in de greppels te leggen. Het water kan dan op zijn oude wijze naar de greppels afzakken en komt zodoende i de buizen gerecht. De afstanden tussen de buizen wordt gewoonlijk 3 à 4 roe genomen (1 roe= 1 Putsche roe = 4 m.) Deze methode heeft ook dit voordeel dat men bij het aanleggen van een drainage geen sleuven behoeft te graven als de meten tenminste 3 à 4 roe breed zijn, hetgeen meestal het geval is.
Zijn de meten breder dan 3 roe dan past men wel een ander systeem toe, n.l. door de buizen op 3 roe afstand van elkaar te leggen, ongeacht de greppels. Dit is ook gebeurd op het perceel het Nootje, maar echter niet best bevallen. Om het water als het ware meer te dwingen naar de buizen te stromen omgaf men de buizen met bossen riet. Daar het water dan dikwijls toch naar de oude greppel stroomt, worden er ook wel bossen riet tussen de oude greppel en de buis gelegd.
Een derde methode die tegenwoordig veel toegepast wordt is die door middel van dwarsdrains. De gewone buizen sluiten op deze dwarsbuizen aan door middel van kruisbuizen. Deze laatste voeren dan het water naar de sloot die b.v. afwatert door middel van een molentje. In plaats van kruisbuizen worden ook wel vervalputjes gegraven. Het zand dat door de hoofdbuizen is meegevoerd kan dan eerst bezonken voordat het door de dwarsdrains wordt afgevoerd.
Moeten de dwarsbuizen een oude greppel snijden, dan worden er op deze plaatsen plankjes onder gelegd om het wegzakken te voorkomen.Om deze reden ook wordt een hoofdbuis nooit in een greppel gelegd maat altijd iets op de kant.
Voor gewone buizen worden 5 cm kraagbuizen gebruikt. Voor dwarsbuizen 8 of 10 cm kraagbuizen en voor eindbuizen betonnen buizen met dwarsraampje aan het eind.
De gewone buizen krijgen 1 cm schot per roe (= per 4 m) de dwarsbuizen / cm per roe. Een dwarsbuis moet altijd in het laagste gedeelte van het land liggen. Als een buis erg lang wordt moet er dus over die lange afstand veen schot gegeven worden. Dit kan altijd niet want als minimum moet er 45-30 cm grond boven de buis zitten. In zulke gevallen moeten er dus meer dwarsbuizen gelegd worden.
Heeft men een perceel dat erg laag ligt en dus de buizen niet diep gelegd kunnen worden vanwege het hoge waterpeil, dan is de enige oplossing ook minder lange hoofdbuizen, dus meer dwarsdrains.
Schot wordt de buizen gegeven om het water een stroomsnelheid te geven, zodat ook het zand wordt meegevoerd en niet kan bezinken.
Ook de aanwezigheid van loopzand kan invloed hebben op de hoogte van de ligging van de buizen.
Grond die gemakkelijk toeslaat mag ook niet te diep ontwaterd worden, daar anders het water niet genoeg wegzakt.
Hiernaast vindt men een schetstekening van de ontwatering van de Vijfdehalfmeet in de Zantel (polder Albrandswaard), gedraineerd in 1933-’36-’40-’41.Schetstekening van de ontwatering van de Vijfdehalfmeet in de Zantel (polder Albrandswaard)
Op dit land bevinden zich een paar hogere delen die gemakkelijk te vinden zijn door de ligging en richting der waterafvoering der buizen. 3 drains wateren naar voor uit, resp. lang 72, 104 en 123 m met tussenruimten van 16 / m. Daarachter 12 m niets en dan drains die loodrecht gericht zijn op de zijsloot, waarin er 13 uitmonden en 5 in de watering. Op de hogere delen zijn 4 drains gelegd van oude 4 cm. buizen. Het water in de zijsloot staat in verbinding met het molenslootje dat afwatert door middel van een molentje in de polderwetering.
Schetstekening van de ontwatering van het Nootje, gelegen in de polder Het land van Poortugaal.
Doordat er twee sloten gedempt zijn, nl. die tussen Nootje achter en Nootje voor (dat vroeger weiland was) en die sloot van voorgenoemde percelen met de Anderhalfmeet, heeft men ook de afwatering gedeeltelijk moeten veranderen. De hoofddrain in het oude bouwland (Nootje achter) werd door het weitje voorop drooggetrokken met 10 cm. buizen en langs de sloot van de Anderhalfmeet werd ook zo’n hoofddrain gelegd. Wat de gewone buizen betreft liggen die hier allemaal op 3 roe afstand van elkaar. Daardoor kwamen de buizen niet precies in een greppel te liggen, maar soms in de midden tussen twee greppels. Dit is er de oorzaak van dat op deze plaatsen het land soms verzuipt, daar het niet naar de buis wil, maar steeds nog naar de oude greppel.
Schetstekening ontwatering Viermeet
De punten op de lijnen die de buizen voorstellen zijn de hoogste punten.
Hier hebben we nu een geval dat de afwatering geschiedt door middel van dwarsbuizen. Het gehele perceel was vroeger weiland. Het is gescheurd in ’42 en gedraineerd in 1941. In de wei lagen verschillende greppels, waaronder een dwarsgreppel. Daardoor is dan ook de voorste dwarsdrain gelegd. De andere dwarsdrain is nieuw gegraven, terwijl de gewone buizen in de bestaande greppels werden gelegd. Dit systeem bevalt heel goed.De polder De Kijvelanden loost zijn water in de Poortugaalse haven en wel op 2 manieren, nl. 1e door een sluis en 2e door een molentje. De sluis werkt automatisch en laat bij laag water het binnenwater uit. Het molentje, dat een eindje verderop staat zorgt voor de afwatering van 2 onderdelen van die polder, nl. Slobbergorzen en Buiten Kijveland. De sluis draagt zorg voor de afwatering van Binnen Kijveland, waarin de 2 driemeten gelegen zijn. Het molentje is er een van staal van Bosman te Piershil. Het loopt op kogellagers. Het is geplaatst in een sloot waar vroeger een sluis was. Een apart molentje zorgt voor de onderbemaling van Slobbergors en gooit het water in de molensloot. Bij de molen is een betonnen bak gebouwd om ook nog bij hoog water te kunnen lozen.De polder Albrandswaard, groot 200 ha heeft een eigen elektrisch gemaal met een motor van 80 pk. Dit gemaal gooit het water in de Waardse haven, bnabij Maasoord. Albrandswaard was voeger een eiland, dat als een plaat in de rivier is opgekomen. Het is tussen 1411 en 1421 ingedijkt.
De polder Zwaardijk behoort tot de poldercombinatie De Binnenlanden van Rhoon. Zwaardijk ligt erg hoog, terwijl de andere poldertjes laag liggen. Men heeft er dan ook bijna geen last van het water dat vanzelf wegloopt. Er is daar ook geen slotenschouw. De poldercombinatie De Binnenlanden van Rhoon wordt bemalen door een elektrisch gemaal dat loost in de Koedood.
De percelen, gelegen in de polder Het Land van Poortugaal, wateren allemaal af op sloten die hun water naar de polderwetering voeren. De polder Het Land van Poortugaal heeft een oppervlakte van 900 ha, met inbegrip van de polders Pernis e.a., die tot hetzelfde afwateringsysteem behoren een oppervlakte van 1200 ha. Het elektrische gemaal staat te Hoogvliet en loost op de Hoogvlietse haven. Er staan twee motoren, één van 120 pk met een riem op de pomp, de tweede van 80 pk, direct gekoppeld op de pomp.
3. Beschrijving van de grond.
Voor de beschrijving van de grond zal ik eerst een overzicht geven van de analysecijfers van het grondonderzoek in de 4 verschillende polders waarin de percelen gelegen zijn.
% zand | % klei/ leem | % humus | % koolz. kalk | kalk geb.aan klei/ humus | Kalk toe-stand | pH | |
Zwaardijk bovengrond 0-20 cm ondergrond 20-30 cm | 52 50 | 44 45 | 2,0 1,7 | 2,0 3,2 | 1,4 1,4 | – – | 7,8 7,8 |
Land van Poortugaal bovengrond 0-20 cm ondergrond 20-40 cm | 52 52 | 46 46 | 1,9 2,2 | – 0,1 | 0,7 0,8 | 3 – | 6,5 7,2 |
Kijveland bovengrond | 35 | 57 | 2,3 | 4,9 | 1,5 | – | 7,9 |
Albrandswaard bovengrond | 76 | 21 | 2,0 | 0,9 | 0,9 | – | 7,6 |
Uit deze cijfers is af te leiden dat men in de polder Kijvelanden zware klei vindt, terwijl die in Albrandswaard erg licht is. De andere zijn allemaal middelmatig zwaar. De jongste polder is Kijvelanden, dit is te zien aan het hoge percentage aan koolzure kalk in tegenstelling met Het Land van Poortugaal, die zeer kalkarm is.
Hier volgen nog de uitslagen van het grondonderzoek van verschillende percelen.
a. Polder Het Land van Poortugaal.
Perceel | datum | P.C. | Kali | CaCO3 | pH |
Viermeet | 15-3-1943 | 26 | 23 | – | 5,9 |
Vijfmeet | 24-10-1941 | 30 | 17 | 0,2 | 6,8 |
Nootje voor | 15-3-1943 | 32 | 24 | 1,4 | 6,6 |
Nootje achter | 24-10-1941 | 29 | 13 | 0,4 | 6,8 |
Achthond | 11-12-1941 | 44 | 17 | 0,5 | 7,2 |
Anderhalfmeet | 24-10-1941 | 61 | 16 | 0,4 | 7,4 |
Oostdorp | 24-10-1941 | 68 | 20 | 1,5 | 7,4 |
Aan dit overzicht ziet men het lage kalkgehalte van de polder. Dit is er een verklaring voor dat de polder erg oud is. Ook is er verschil te zien tussen Nootje voor, dat altijd weiland is geweest en Nootje achter. Nootje voor is nu gescheurd en samen met Nootje achter één stuk bouwland. De sloot ertussen is gedempt.
De ondergrond van de polder bestaat uit laagveen, dat op sommige plaatsen bijna aan de oppervlakte komt, b.v. op de Meth en de Wilde wei. Achter op de Grote wei vindt men in de ondergrond oude blauwe zeeklei.
b. Polder De Kijvelanden.
Perceel | datum | P.C. | Kali | CaCO3 | pH |
Slobbergors | 4-1-1940 | 34 | 24 | 10,5 | 7,4 |
Drie Walen | 4-1-1940 | 31 | 14 | 10 | 7,7 |
De Kijvelanden is nog een erg jonge polder. Het jaar van indijking is echter onbekend. Dat de polder jong is, is ook af te leiden uit het hoge kalkgehalte.
Op het perceel Slobbergors vindt men voorop een zware plek en ook achterop is de grond zwaarder. Deze plekken zijn er misschien wel gekomen bij het ontstaan van de polder. Het is aan te nemen dat op plaatsen waar deze zware plekken ontstonden de kleideeltjes zich in rustiger water hebben kunnen afzetten.
c. Polder Albrandswaard.
Perceel |
datum | P.C. | Kali | CaCO3 | pH |
Tienhond | 14-2-1941 | 36 | 15 | 3,9 | 7,3 |
Zesmeet voor & achter | 3-1940 | 21 30 | 16 20 | 3,8 | 7,3 |
Vijfde halfm | 24-10-1941 | 51 | 18 | 3,4 | 7,6 |
d. Polder Zwaardijk.
Perceel | datum | P.C. | Kali | CaCO3 | pH |
Zwaardijk | 24-10-1941 | 45 | 27 | 2,7 | 7,6 |
Kwade plek | 15-6-1944 | 38 | 24 | 0,2 | 6,9 |
Op dit perceel komt voorop een erg zware kwade plek voor, waarvan een apart monster is genomen.
De polder Zwaardijk is ingedijkt in 1368.
Daar het al verscheidene jaren geleden is dat sommige van deze monsters genomen zijn en zodoende onbetrouwbaar zouden worden is de eigenaar van plan opnieuw monsters te laten onderzoeken. Vooral ook in de oorlogsjaren door gebrekkige bemesting kunnen er verandereingen hebben plaatsgehad.
4. Boerderij en erf
Plattegrond boerderij en erf
Zoals op de plattegrond te zien is zijn woonhuis, stal en schuur als een geheel aan elkaar gebouwd.
Plattegrond van de stal
De oude stal heeft een lengte van 18,60 m en er kunnen 20 koeien staan.
De nieuwe stal die er later bijgebouwd is, is 6 m lang en daar kunnen 6 koeien staan. Zij zijn van elkaar gescheiden door een gangetje van 1,45 m breed. De breedte van de stal is totaal 4,5 m (voor verdeling zie tekening). Achter de groep is een aparte giergoot die via een vervalput met stankafsluiter in verbinding staat met de kelder. De diepte van de groep vanaf de boes gemeten is 40 cm.De paardenstal is 10 m lang en 5,20 m breed. Achter de paarden is een pad van 1,65 m , zodat er als standplaats voor de paarden een breedte overblijft van 3,55 m. Er kunnen in totaal 8 paarden staan. De stal is verdeeld in 4 delen door 3 tussenschotten. In deze 4 ruimten is resp. plaats voor 1, 3, 2 en 2 paarden.Bij de stee staan nog 3 inkuilputten. Zij hebben alle drie een middellijn van 5 m en zijn 2 m diep. Ze zitten 1 m in de grond en zijn voorzien van lossen houten opzetstukken van 1,5 m hoog.
Twee van deze silo’s worden gewoonlijk ingekuild met suikerbietenkoppen, de derde met gras.
5. Grasland/bouwland.
Voor de oorlog was de totale oppervlakte grasland 14,17 ha. Toendertijd waren er per ha ca. 2 stuks vee. Tijdens de oorlog zijn er een paar weien gescheurd, zodat nu de totale oppervlakte grasland 12,88 ha. is.Op het bedrijf waren aanwezig:
Runderen: 26 stuks, waarvan 13 volwassen, 7 jongvee en 6 kalveren.
Paarden: Werkpaarden (3 jaar of ouder) totaal 6 stuks. Floor 18 jaar (Belg), Snuit 8 jaar (gekr. Belg), Lena 5 jaar (gekr. Belg), Marie 4 jaar (gekr. Belg), Bles 3 jaar (gekr. Belg), Bolena 3 jaar (lux), verder nog 1 2-jarige, 1 jaarling, 1 veulen.
Varkens: 1 stuks (1 jaar oud).
Schapen: 21stuks, 4 oude ooien en 17 lammeren.Totale oppervlakte bouwland 35,20 ha. Er werkt dus 1 wekpaard op de 6 ha bouwland. Tijdens de oorlog waren er 5 werkpaarden op de 28 ha bouwland.
6. Machines en werktuigen.
– 1 McCormack graanmaaier met zelfbinder. Hieraan bevindt zich een Schmotzer draaiende torpedo.
Heeft altijd goed voldaan. In de oorlog had men wel last van het slechte touw.
– 1 Mc Cormack grasmaaier. De machine is 4 jaar oud en is nog zeer goed.
Men maait er ook erwten mee, maar dan voorzien van een erwtengarnituur.
Beide bovengenoemde machines zijn samen aangekocht met een andere boer.
– 1 Minerva zaaimachine met autostuur. Dit Nederlandse fabrikaat is in 1944 aangekocht.
Voordelen: wielen zonder spaken en gemakkelijk te besturen.
– 1 Schmotzer wiedmachine. 2 wielig met autostuur. Daar de wielen niet verstelbaar zijn niet te gebruiken om aardappels
aan te aarden.
– 1 2-wielige wiedmachine met schuifstuur. Tegenwoordig alleen gebruikt voor het aanaarden van aardappels. Merk E.H.R.
– 1 Judey aardappelpoter – 1 rijer
– 1 Howard hooihark
– 1 Saxonia vorkjesschudder
– 1 2-delige ijzeren rolblok
– 1 Standard Rekord dorsmachine, fabrik Wilhelm Schulze
– 1 Honsbry strobinder
– 1 aardappellichter, fabrikaat Steenbergen te Klaaswaal, gemaakt met vast Melotte voorstel
– 1 aardappelsproeimachine met ton van 325 l inhoud en sproeibreedte van 7,20 m, fabrikaat Peenen te Oud-Beijerland.
Wordt ook gebruikt voor het besproeien van de boomgaard en wordt dan voorzien van een aparte pomp en
2 sproeigeweren en slangen.
Ploegen
– Sacks drieschaar stoppelploeg
– Correct tweeschaar stoppelploeg
– Dethy tweeschaar wentel stoppelploeg
– Dethy ploeg enkele schaar
– 2 Dethy wentelploegen – dit zijn allemaal wielploegen
– Koks eenscharige ploeg
Eggen
– zesvelds eg
– 2 drievelds eggen (een lichte en een zware)
– 2 ijzeren vijfbalken
– 1 klaverzaadeg
– 1 geheel houten vijfbalk
– 1 vijfbalk met houten raam en ijzeren tanden
– 1 sleephek
– 1 gewone sleep
– 1 transporteur met EMF elektromotor van 1 pK, fabrikaat Atelier Max Godfried, Namen
– 1 aardappelsorteerder
– 1 elektro dorsmotor 7 1/2 pK
– 1 elektromotor 3 pK
– 1 draineerreiniger (stukken van 3 m)
– 1 haverpletter “Bentel”
– 1 strosnijder “St. Hubert”
Wagens
– 1 houten melkwagen
– 1 Brabantse kar
– 4 Hollandse boerenwagens
– 1 4-tons luchtbandenwagen van Spijkstaal te Spijkenisse
– 1 2-tons Spijkstaal luchtbandenwagen
7. Mest
Er wordt gescheiden mestbewaring toegepast, d.w.z. met een aparte gierkelder. De mestvaalt is achter de koeien- en paardenstal (zie tekening bedrijfgebouwen). Onder de mestvaalt zit de gierkelder. De koeien- en paardenmest wordt ’s morgens op 2 hopen op de mestvaalt gegooid en daarna door elkaar gemengd. Om het vaster zetten te bevorderen en zomin mogelijk luchtholtes te krijgen wordt de mestvaalt elke week aangetrapt met een paard.De gierkelder heeft een inhoud van ca. 57 1/2 m3. Hij is 13,40 m lang, 2,5 m breed en 1,70 m diep. Hij is goed dicht en geheel gemaakt van gewapend beton. De gier komt door een aparte giergoot achter de groep via een vervalput met stankafsluiter in een riool, die de gier naar de kelder voert. De bodem van de gierkelder heeft een schot van ruim 1/2 m. De gier wordt opgepomt met een gegoten ijzeren gierpomp en in maart-april over het weiland gereden.De stalmest wordt in het najaar na het stoppelen over het bouwland verdeeld. Daarna wordt met 2 paarden gewend en hierna voor goed met 3 paarden geploegd. Om de beurt worden elk jaar een paar percelen van stalmest voorzien.
8. Producten die het bedrijf verlaten
Melk
Ca. 800 l melk wordt per week geleverd aan de zuivelfabriek “Hoop op Zegen” van P. Langkeek te Hoogvliet.
Ca. 120 l wordt per week gebruikt voor eigen gezin, knechts en arbeiders.
Ca. 150 l per week wordt gevoerd aan kalveren en varkens.
De melk wordt elke dag door een vaste melkrijder bij enige boeren afgehaald en aan de fabriek bezorgd.
Suikerbieten
De suikerbieten worden geleverd aan de Coop. Suikerfabriek te Puttershoek. Naar gelang het aantal aandelen dat men in die fabriek heeft is men verplicht een bepaalde hoeveelheid te leveren. De bieten moeten geleverd worden in termijnen om eventuele drukte te voorkomen.
Naar gelang het perceel suikerbieten dichter bij tramstation of haven is gelegen worden ze per tram of per schuit vervoerd.
Het gewicht van elk voer wordt bepaald door te wegen op een weegbrug. Van een kleine hoeveelheid wordt de tarra bepaald en dan verrekend over grotere hoeveelheden.Mangels
De mangels worden opgevoerd. Gedurende de winter zijn ze opgeslagen in schuur of in kuilen. Suikerbietenkoppen worden ingekuild. De koppen van de mangels worden ondergeploegd.Haver
Haver wordt geteeld voor eigen gebruik, paarden en schapen. Bij goede opbrengst wordt wel eens wat verkocht. Dit jaar is er ca. 3 ha haver verbouwd. Dit is net genoeg, daar er 1/2 bunder per paard is toegewezen en er 6 werkpaarden zijn.
Klaver
Klaver wordt twee maal gemaaid en gehooid. In oogsttijd wordt er ook wel van aan paarden gevoerd. In de herftst wordt ze door de paarden afgegraasd. Soms wordt een gedeelte verhuurd. Tijdens de oorlog, toen moeilijk aan klaverzaad te komen was, werden ook wel klaverbollen gedorst voor zaaizaad.
Tarwe
Tarwe wordt gedeeltelijk voor eigen gebruik en personeel geteeld. De rest wordt geleverd.
Aardappelen
Groengerooid worden ze gebruikt voor pootgoed (ook wel rijp gerooide), waarvan er ook wel wordt verkocht. Consumptieaardappelen worden geleverd aan de V.B.N.H. Verder worden er natuurlijk gebruikt voor eigen gezin, knechts, enz. Kriel wordt opgevoerd aan de koeien.
Erwten
Worden allenmaal geleverd. Een beetje voor eigen gebruik.
Gerst
Gedeeltelijk geleverd of verkocht als brouwgerst. (Deze wordt direct afgedorsen.) Er mag 100 kg per ha bouwland worden aangehouden. Deze wordt opgevoerd aan kippen en koeien.Stro
Voor eigen gebruik. De rest verkocht aan handelaren, kleine boeren en weiboeren.
Spruiten
Worden geleverd aan Coop. veiling te Barendrecht. De koppen worden opgevoerd.
Mais
Verbouwd voor paardenvoer.
Witlof
Verbouwd in deelbouwpacht. Wordt verbouwd op trekvergunning van een tuinder. De opbrengst wordt verdeeld.
Aangekocht
Voor de granen wordt jaarlijks voor een gedeelte nieuw zaaizaad aangekocht.
Van de Coop.Ver. “De Onderneming” te Hoogvliet wordt gekocht: varkensmeel, koeienmeelm koeienbrokjes, lijnkoeken, kunstmest, bindertouw.
Bij P.J. Timmers en Co. te Poortugaal verschillende sproeimiddelen voor aardappelen en boomgaard.
Goedgekeurd pootgoed wordt meestal aangekocht door tussenkomst van groothandel.
9. Arbeidskrachten op het bedrijf
Totaal aantal arbeidskrachten op het bedrijf aanwezig: 11 man, wn wel 1 uit eigen gezin, 1 melkknecht, 1 bouwknecht, 7 vaste arbeiders, 1 erfjongen.
Er wordt telkens door 2 man gemolken, n.l. door de vast melkknecht en de bouwknecht of een der arbeiders.
10. Lidmaatschappen
Lid van de Coop. Aankoopver. “De Onderneming” te Hoogvliet (voorzitter)
Lid van de Coop. Boerenleenbank te Hoogvliet
Lid van de Vereniging van Bedrijfsvoorlichting van de Zuid-Hollandse Eilanden
Lid van de Coop. aardappelbewaarplaats te Poortugaal (voorzitter)
Lid van de Fokvereniging voor melkonderzoek IJsselmonde-west
Lid van de Stierenvereniging H. de Koning e.a. (stierenhouderij)
Lid van de Coop. veiling te Barendrecht
Lid van het Ned. Rundveestamboek
Bestuurslid van de polder “Het Land van Poortugaal”
Heemraad van de polder “Albrandswaard”
Bestuurslid van het waterschap “De Westdijken van ’t Eiland IJsselmonde”
Lid van de Landbouwstudieclub Zuid Holland
Lid van de Coop. Melkafzetcentrale
Lid van de Hollandse Mij. van Landbouw
Bestuurslid “Stichting van de Landbouw”, afd. IJsselmonde-west
Voorzitter van de Pluimveever. “Nut en Sport”
Lid van de Peulvruchtenstudiecombinatie
Lid van de Werkgeverscommissie van het eiland IJsselmonde
Commissielid van de Landbouwcrisisorganisatie.