Nieuwsbrief nr. 4 – augustus 2007 

4.1 Van het bestuur  

Toen mij gevraagd werd het voorwoord voor onze 4e Nieuwsbrief te schrijven, gingen mijn gedachten even terug naar 1988 toen we de Oudheidkamer Rhoon en Poortugaal oprichtten. We startten toen echt vanaf het nulpunt. Er was nog niet zoveel kennis over hoe de organisatie van een tentoonstelling moest gaan verlopen. In de jaren daarna werd de collectie steeds uitgebreider en kregen we steeds meer ervaring.   Nu de administratie geautomatiseerd wordt en ook nauwkeurig in de computer wordt aangegeven waar de verschillende artikelen zijn opgeborgen, wordt het steeds gemakkelijker om alles terug te vinden. Een hele verbetering!

Ook het bewerken van de foto’s voor de diverse tentoonstellingen gaat tegenwoordig met de computer. Bezoekers kunnen de tentoongestelde foto’s bijbestellen. Hiermee hebben we al heel wat mensen een plezier gedaan.

Toen het thema van de Monumentendag 2007 bekend werd, nl. “Moderne Monumenten”,  waarbij de monumenten gebouwd in de periode 1900-1965 centraal staan, heeft het bestuur van de Oudheidkamer besloten de nieuwe tentoonstelling hierbij te laten aansluiten. Een tentoonstelling dus over alles wat in Albrandswaard gebouwd is in de periode 1900-1960. Opening van de nieuwe tentoonstelling 1 september 2007, titel: “In Holland staat een huis”.

Ik ben ervan overtuigd dat er in deze expositie voor onze bezoekers weer veel punten van herkenning zullen zijn. Een bezoekje aan de tentoonstelling zal dan ook zeker de moeite waard zijn.

 

De Oudheidkamer heeft ook medewerking verleend aan het project ROLF, waarbij het streven is om bij kinderen via de musical ROLF meer interesse te wekken voor de geschiedenis van Albrandswaard. De Oudheidkamer was aanwezig tijdens de “Erfgoeddag” bij het Kasteel van Rhoon op 26 mei jl. als opmaat voor deze musical.

De scholen zullen t.z.t. afspraken maken om met groepen kinderen de Oudheidkamer te bezoeken. Aan de hand van diorama’s zal de kinderen het e.e.a. worden verteld over de geschiedenis van Albrandswaard. Daarna kunnen zij onze tentoonstelling bezoeken.

Niet alleen het vastleggen van de plaatselijke geschiedenis op de  gevoelige plaat vind ik belangrijk, maar ook het doorgeven van kennis en het bewaren van dingen die nog tastbaar aanwezig zijn.

Dit alles zou niet mogelijk zijn zonder het enthousiasme van onze medewerkers en medewerksters. Daarom is een woord van dank voor hun bijdrage hier op zijn plaats. 

Kor van Pelt,
bestuurslid.

 


4.2 “In Holland staat een huis”.

Eind juni kon het bestuur van de Oudheidkamer opgelucht de deuren sluiten voor de vakantie en het inrichten van een nieuwe tentoonstelling. Het vorige onderwerp, “Verdwenen buurtschappen”, bleek een schot in de roos te zijn. Elke zaterdag was het een reünie van vroegere bewoners van de Groenedijk, de Hil, de Slotsedijk en de buurt eromheen. Het was voor velen een verrassend weerzien van buurtgenoten, waarbij veel herinneringen werden opgehaald. In totaal mochten we 624 bezoekers begroeten.

 

Voor de najaarstentoonstelling, waarvan de opening plaatsvindt op zaterdag 1 september a.s., hebben wij ons laten leiden door het thema van de Open Monumentendag op 8 september, nl. “Moderne Monumenten”, bouwkunst tussen 1900 en 1960. Echte monumenten uit die tijd kennen wij niet in Rhoon en Poortugaal. De monumentale gebouwen van het Delta Ziekenhuis (Maasoord) uit 1908, die heel goed in deze context hadden gepast, zijn allemaal afgebroken. Wat gebleven is zijn de woonhuizen die in dezelfde tijd gebouwd zijn, evenals een aantal statige villa’s en woonhuizen in Rhoon en Poortugaal.

Woningen Dr. Willem Vosstraat

 

 

Sociale woningbouw Kleidijk

Als gevolg van de Woningwet van 1901 is rond 1920 ook een begin gemaakt met de volkshuisvesting. Tevens werd er in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw veel particulier gebouwd. De meeste woonhuizen uit de vooroorlogse periode zijn herkenbaar aan de heldere constructie en het materiaalgebruik: rechte of gebogen daken en het gebruik van rode baksteen. Ook de gereformeerde kerk en de kerk van de gereformeerde gemeente in Poortugaal zijn typische voorbeelden van de bouwstijl van de dertiger jaren.

Voorts tonen we foto’s van de wijken die na de oorlog in het kader vande wederopbouw zijn gebouwd.

Wij vertrouwen erop dat we weer een interessante tentoonstelling kunnen laten zien.

 Annie van der Veen-Groenenboom, secretaris


4.3 Aannemersbedrijven

De tentoonstelling “In Holland staat een huis” in de Oudheidkamer, die wordt geopend op zaterdag 1 september 2007, gaat over het bouwen van woningen en andere objecten van 1900 tot 1960.

Uiteraard werden deze bouwwerken gerealiseerd door aannemers, veelal uit de eigen gemeente. Dit waren vaak zgn. dorpsaannemers, vrij kleine familiebedrijven met b.v. een personeelsbestand variërend van 1 tot 10 personen. In tijden van topdrukte hielpen zij elkaar door personeel aan elkaar uit te lenen. Deze bedrijven waren meestal gespecialiseerd in een deel van de bouw, dus b.v. een timmermansaannemer, een metselwerkaannemer en dan waren er natuurlijk nog de schilders, loodgieters en elektriciens.  

Zo’n metselaar/aannemer in Rhoon was de firma Louter. Kortgeleden sprak ik met de heer Machiel Louter, nu 94 jaar oud. In de genoemde periode leidde zijn vader, Jan Louter sr., het bedrijf. Het was een heel oud bedrijf. De betovergrootvader van Machiel was ook al zelfstandig metselaar. Rond 1910 was Jan Louter sr. gevestigd in een pand aan de Dorpsdijk 14 te Rhoon, door hemzelf gebouwd. In 1921 werd het bedrijf verplaatst naar Dorpsdijk 46. Hij bouwde daar een nieuw bedrijfspand met woonhuis, heel wat groter dan het vorige pand.

Jan Louter had drie zoons, waarvan er twee bij vader in het bedrijf werkten, t.w. Chiel en Jan jr., beiden metselaar. Zoon Wim was timmerman en werkte bij timmermansbedrijven in het dorp. De firma Louter heeft vele woningen, voornamelijk in Rhoon, gebouwd en deed dit altijd in samenwerking met een timmerman/aannemer, o.a. Bouman en C. Koole en lange tijd met de opvolger van Koole, Do Cense. Zij hebben o.a. in de jaren dertig de zgn. Parallelbuurt gebouwd, dat zijn de woningen aan de Parallelstraat, Rhodenstraat, Duivelandstraat, C.A. Dekkerstraat en de Singel. 

 

 Chiel Louter 2005

Jan Louter Sr.    

Ook hadden deze bedrijven veel zgn. burgerwerk, zoals schoorstenen vegen, rioleringen ontstoppen, klein straatwerk, dakpannen leggen na een storm, reparaties, enz. Met het overlijden in 1994 van Jan Louter jr. is de bedrijvigheid van de firma Louter beëindigd.

Een andere activiteit van de bedrijven Louter en Cense was dat zij bijna de gehele vrijwillige brandweer van Rhoon vormden. In de jaren ’40 waren vader Louter, drie zoons en twee personeelsleden bij de brandweer. Bij de firma Cense was vader Do brandmeester, zoon Cees en twee personeelsleden brandweerman. Dan was er nog Huib Struyk, buurman en zwager van Do Cense; hij was chauffeur op de in 1940 aangeschafte brandweerauto. En verder nog Cor Heezen, vrachtrijder en zand- en grinthandel, leverancier bouwmateriaal aan de fa. Louter en Fer Groshart van het elektrotechnisch installatiebedrijf Groshart, die voor verlichting in gebouwde woningen zorgde. Vóór Do Cense was Bas Bouwman brandmeester. Hij was ook timmerman/aannemer en bovendien gemeentearchitect van Rhoon en Poortugaal. 

Hij ontwierp in 1911 een nieuw gemeentehuis voor Poortugaal, nu in gebruik als Oudheidkamer. We vinden zijn naam op een plaquette in de gang van dit gebouw met die van de burgemeester en alle gemeenteraadsleden. 

Vroeger hadden mensen in een dorp vaak meerdere functies. Zo was Jan Louter sr. behalve aannemer, metselaar en brandweerman, ook huisslachter, d.w.z. dat hij met hulp van zijn personeelsleden Jaap Louter (een neef) en Leen Boender in de herfst bij mensen die zelf varkens vetmestten, deze gingen slachten bij deze mensen thuis. 

Verder waren er in Rhoon nog andere aannemers, zoals de timmermansbedrijven Geeve, Nol Riethoff en Bosman, metselaars Jan Lagerwerf en Janus Lagerwerf, in het begin van de eeuw Herlaar, voortgezet door Keyzerwaard. In de jaren dertig begon hij een elektriciteitswinkel, weer later werd hij gemeentewerkman. Dan nog loodgieter Langeveld en elektra Groshart en ook nog schilders Selle, Dubel, Spruyt en Roest. 

Ook in Poortugaal waren dergelijke dorpsaannemers, zoals metselaar Jan van Luyk, Warnaar/Simonse en Verhoeff timmermansbedrijven, Wils elektra en loodgieter en de schildersbedrijven Van der Bie en Walgaard. Mogelijk ben ik bij deze opsomming nog iemand vergeten. Deze bedrijven hebben vele tientallen, wellicht zelfs honderden, woningen van verschillende prijsklassen gebouwd in de dorpen in de eerste helft van de 20e eeuw.

De expositie “In Holland staat een huis” in de Oudheidkamer geeft een overzicht door middel van de vele tentoongestelde foto’s.

 

Roelof Dubel, bestuurslid.


4.4 Monument en Grafkelder Bentinck Ned.Herv.Kerk Rhoon  

 

In het boek “Al eeuwen staat er een kerk“ van Annemarie van Es te Rhoon beschrijft zij de grafkelder van de familie Bentinck. Deze familie had Rhoon in bezit van 1683 tot 1830. Zij schrijft dat de kisten vergaan zijn en de schutskisten dateren van 10 april 1889. Ze vraagt zich af of men toen de kelder heeft opgeknapt en op wiens kosten? Bentinck had immers in 1830 Rhoon verkocht aan Anthonie van Hoboken. 

Recent ben ik er achter gekomen dat het monument in 1889 inderdaad schoongemaakt en bijgewerkt is en dat de kelder gerestaureerd is voor rekening van één der afstammelingen van de familie Bentinck. De kelder heeft een oppervlakte van 28 vierkante meters, door zakwater stond hij geheel en al blank (het water stond ruim 28 centimeter hoog), waardoor de kisten bijna geheel verteerd waren.  

        Men vond er de volgende naamplaten:

  • een vierkante rood koperen plaat met de gravering: Willem Bentinck junior, Obijt 5 Maij 1683.

  • een vierkante geel koperen plaat met een gegraveerd familiewapen en de woorden: Vrouwe Anna Villiers Genaemt Bentinck, Gemaelinne van den Camerheer en Generael Majoor Bentinck, Heer van Rhoon en Pendrecht & C, Obijt 2 November 1688. 

  • een vierkante loden plaat met de naam: Janette Bentinck,  Obijt 17 6M/4D 36  

  • een vierkante loden plaat met de naam: Christiaan Fredrik Anton Grave van Bentinck Heere van Varel, Natus 17  8M/10D 34, Obijt 17 4M/11D 68  

  • een vierkante rood koperen plaat met de naam: Jonkheer Willem Graeve Bentinck, Heere van Rhoon,Pendregt en Doorwerth EE, Natus 16 november 1704, Obijt 13 oktober 1774

  • een vierkante rood koperen plaat, gegraveerd met de naam: Maria Catharina Baronesse van Tuijl van Serooskerken, douarière van den Hoog Geb. Heere Christiaan Fredrik Anton Willem Carel Grave van Bentinck, Vrouwe van Varel en Kniphausen, oud 50 jaaren en 7 maanden, Obijt den 28 October 1793  

  •  een ovale tinnen plaat met de naam: Willem Antoon de Bentinck de Rhoon, âgé de treize ans cinq mois et demi. Décédé  le 6 Mars 1813.   

        De overblijfselen zullen in één kist gedaan worden en in de grafkelder worden bijgezet!  

Arie Beukelman, voorzitter
(Bron Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard, IJsselmonde en Putten  9 augustus 1889)


4.5 Een overval aan de Essendijk  

Aan de Essendijk, een stuk voorbij de afrit naar het veer van Goidschalkoord, lag een eenzame afgelegen oude boerenwoning genaamd “Het Mollenhol “. De woning werd begin vorige eeuw bewoond door de ongehuwde Matheus Koelewijn, geboren in 1833 in Rhoon als zoon van Pieter Koelewijn en Maria Heeze. In de nacht van 14 op 15 juni 1906, omstreeks half twee, werd de72-jarige Matheus gewekt door twee personen die zich door een raam toegang tot zijn slaapvertrek hadden verschaft. Volgens Matheus moest hij toezien dat kasten en laden overhoop gehaald werden. Daarbij werd echter geen geld, waar het eigenlijk om te doen was, gevonden.  

zgn. “Mollenhoek” te Rhoon

Door mishandeling en bedreiging met een mes trachtte men hem te dwingen de bergplaats van zijn geld te wijzen. Matheus weigerde ondanks dat hij erg mishandeld werd. Ook zijn slaapplaats werd geheel overhoop gehaald. Uiteindelijk werden ca. vier gulden, een nikkelen horloge, twee sleutels en ruim twintig eieren meegenomen. Omtrent de inbrekers kon Matheus weinig meer zeggen dan dat het twee kerels waren, één van flinke lengte, de andere middelmatig.

Hoe verging het Matheus Koelewijn na deze verschrikkelijke ervaring?

De notulen van het Rooms-katholieke armbestuur van 8 oktober 1906 vermelden het volgende:
Matheus werkte bij een zetboer (vermoedelijk op Portland) zoveel en weinig als hij wilde, ging trouw ter kerke, vervulde zijn plichten en deed niemand kwaad. Hij had ondanks eerdere verklaring wèl iemand herkend en noemde bij de rechter diens naam, met als gevolg dat die persoon naar de gevangenis gebracht werd. De hele familie van de veroordeelde nam dit Matheus zo kwalijk dat hij niet langer in “Het Mollenhol” kon blijven wonen daar hij er zijn leven niet zeker was.
 

Naar het Rhoonse veer gekomen werd hij armlastig en dit deed het armbestuur in vergadering van 27 juli besluiten zijn verzoek om hem uit te besteden aan een gesticht, in te willigen. Op 1 augustus 1906 kon Matheus zijn intrede doen in het Sint Elisabeth gesticht Groot Zundert bij Breda (volgens het bevolkingsregister was dit op 1 oktober 1906).

We mogen hopen dat Matheus nog een aantal jaren plezierig gewoond heeft zover van zijn vertrouwde omgeving.

Arie Beukelman, voorzitter.


4.6 Wat je al niet tegenkomt in de Oudheidkamer.

 

Bij het sorteren en opruimen van foto’s trof ik op een ansichtkaart van Rhoon het volgende aan:

  

Zelf heet ik Groenenboom, maar ik heb ook familie met de naam Hoekstra die in Mildam woont. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt; hoewel de wed. J. Groenenboom uit Rhoon geen familie van mij was, was ik benieuwd of Leentje Hoekstra uit Mildam wel familie was. 

Dus vroeg ik mijn nichtje in het noorden of zij hier iets verder over wist. In eerste instantie wist zij het ook niet, het was geen familie van haar. Maar ook zij ging op zoek en zij schreef mij dat de ansichtkaart is gestuurd naar aanleiding van een oproep in “De Spiegel” van ongeveer 50 jaar geleden. Leentje is een vrouw met geestelijke en lichamelijke beperkingen. Zij is nog in leven en is 73 jaar. 

Naar aanleiding van de oproep ontving zij ca. 1700 kaarten. Haar moeder heeft ze later allemaal verkocht aan een handelaar. Op deze manier is de kaart in bezit gekomen van A. Los (overigens heet mijn nichtje Lutske Los-Hoekstra).                                               

Nu is de Oudheidkamer in het bezit van een aantal ingebonden geïllustreerde tijdschriften, dus was het zoeken naar “De Spiegel” van 1954. En jawel, na veel geblader werd de oproep gevonden.

 

Nu is de gang van de kaart van begin tot eind gereconstrueerd. Maar wie was mevrouw J.Groenenboom uit Rhoon?

 

Annie van der Veen-Groenenboom,
secretaris


4.7 Het gastenboek 

Vaste bezoekers aan de Oudheidkamer weten het al wel: ons gastenboek ligt op het antieke kastje boven aan de trap. Dat hebben we niet zomaar daar neergelegd! Het is de bedoeling dat u, als u uw naam opgeschreven heeft, ook commentaar levert op de tentoonstelling, die u dan zojuist gezien heeft. Het mes snijdt op die manier aan twee kanten: enerzijds leren wij ervan en anderzijds ziet u dan later zo mogelijk een nog interessantere, of zo u wilt, betere expositie!

Tot heden is het commentaar eigenlijk wat te mild; het kan eigenlijk niet zo zijn dat het altijd “geweldig” is, althans dat is mijn mening. Ik zal u eens laten zien wat er tot heden, dus na ongeveer 20 jaar, voor bijvoeglijke naamwoorden in dat boek vermeld staan. Dus houdt u vast! 

Een tien met een griffel – Kom niet uitgekeken – Complimenten – Onbetaalbaar – Grandioos – Indrukwekkend – Hartstikke leuk – Mooi en soms ontroerend – Best wel mooi – Gaaf – Steeds weer nieuws – Een feest van herkenning! – Oud, maar wel enig ! – Fijn om te zien – Ga zo door en blijven verzamelen (zeker iemand geweest die bang was dat we zouden stoppen!) – Vreemde wereld – Met engelengeduld gemaakt – Wat een monnikenwerk – Wij werden er aandoenlijk van – Wat een creativiteit – Ik heb genoten – Het gaf me een warm gevoel – Wat blijft komt nooit terug (?) .

En zo zou ik door kunnen gaan; om met de woorden van een bezoekster te spreken: “We werden er stil van!”

Het commentaar van wat buitenlandse bezoekers wil ik u ook niet onthouden:
De familie Augier uit Frankrijk: Très jolie, toutes nos félicitations, merci. Châpeau!
Mr. & mrs. Waite uit Engeland: Most interesting museum we have visited (zo hoort u het ook eens van een ander!).
Een familie uit Canada: Verry good! (woont daar zeker nog niet zo lang).
 

Een familie uit Alphen a/d Rijn: Ongelofelijk leuk om dit te kunnen zien!
Over de expositie:“De jaren 50”: Alsof ik terug was als baby. Hartstikke leuk!
Over de expositie “Modelbouw”: Ook een pluim voor de begeleiders (erg leuk voor ons).
Een zekere Jan schrijft over deze tentoonstelling: Leuk om ellekeer weer langs te komen en ik vind het houtwerk bijzonder (zeker timmerman geweest!).
En Kees schrijft: Dat was weer eens wat anders en toch gezellig!
Over de Fietsententoonstelling: prachtige fietsen en een mooie zolder. En verder: Heel leuk leek het me niet om vroeger te fietsen als ik alles zo bekijk. 

Toch, en gelukkig zou ik willen zeggen, volgen hier nog wat min of meer negatieve opmerkingen: Geen mening – Stom! – Bakkerswagen met paard: het paard past er niet bij – Saai. 

De tentoonstelling ter nagedachtenis aan de Watersnoodramp van 1953, die in 2003 gehouden werd, werd door het publiek als volgt omschreven: Aangrijpend –Sprakeloos – Ontroerend emotioneel – Indrukwekkend – Veel droefenis. En tenslotte: Om nooit te vergeten. 

Tot slot nog wat cijfers:
De expositie “Sint en Kerst in vroeger jaren” (dec. 1992) trok op één dag ruim 700 bezoekers, terwijl de tentoonstelling “Allerhande” in september 1998 door 692 mensen bezocht werd. Om nog eens met de woorden van een bezoekster te spreken:”Ik werd er stil van!” 

Voor de toekomstige bezoekers en bezoeksters hoop ik dat het bezoek net zo zal bevallen als in het geval van de fam. Van der Schee uit Krimpen a/d IJssel (vaste bezoekers). Hun commentaar was: “Het was weer fijn hier te zijn”.

Komt u ook eens gauw? 

Izak Konings,
penningmeester.


 

Nieuwsbrief nr 4 – augustus 2007